Emile Claus

(1849-1924)

Villa Zonneschyn in de lente

1910
Olieverf op doek
140 x 202 cm (55¹/₈ x 79¹/₂ inches)
Met kader: 159 x 221 cm (62 ⁵/₈" x 87")
Getekend linksonder: Emile Claus

Getekend linksonder: Emile Claus

CONTACTEER ONS
Literatuur
- Delen, A., "Emile Claus", in: P. Buschmann, L'Art Flamand & Hollandais, jrg. 8, nr. 11 (Brussel: G. Van Oest, 1911), p. 140, 194 (ill.).
- Buysse, C., Emile Claus, mon frère de Flandre (Gent: Van Rysselberghe & Rombaut, 1926), p. 56 (ill.).
- Kunst, no. 1 (Gent: André Vyncke, 1930), p. 9-23 (ill. p. 20).
- Eeckhout, P., Retrospectieve tentoonstelling Emile Claus 1849-1924, tent. cat. (Gent: Museum voor Schone Kunsten, 1974), cat.no. 111 (ill.).
- Boyens, P., Sint-Martens-Latem: Kunstenaarsdorp in Vlaanderen (Tielt: Lannoo, 1992), p. 538 (ill.).
- Pauwels, P.J.H., Als een fonkelenden spiegel (Sint-Martens-Latem: Galerie Oscar De Vos, 2019), p. 87 (ill.).
TENTOONSTELLINGEN
- 1911, Salon de Paris, no. 287.
- 1974, Retrospectieve tentoonstelling Emile Claus 1849-1924, Gent, Museum voor Schone Kunsten, cat. p. 58, XXVII, cat. no. 111.
Description
Villa Zonneschijn en de omliggende tuin kregen vanaf circa 1895 een belangrijke plaats in het werk van Emile Claus. In Claus’ dagen bestond de tuin aan de straatzijde uit een zone met wilde grassen die – zoals blijkt uit eigentijdse foto’s en prentkaarten en ook uit dit schilderij – als dusdanig ‘gecultiveerd’ werden. Rondom het huis stonden bloemenstruiken met anemonen, azalea’s, dahlia’s, hortensia’s, papavers, slaapmutsjes, en ook wilde bloemen, onder meer duizendblad en sterrebloemen. De tuin werd gedomineerd door een indrukwekkende kastanjeboom, enkele beuken en een oude spar. Rechts van het huis bevond zich een boomgaard, met daarachter een moestuin en een weide. De tuin was het terrein van Charlotte Claus-Du Faux, de echtgenote van de schilder, hierin bijgestaan door een tuinman.
In dit zicht op Villa Zonneschijn focuste Claus op de riante tuin rond zijn woonhuis, die zich uitstrekt tussen de Leie en de Gentse steenweg (de huidige Emile Clauslaan). De bloemenweelde vormde voor de schilder een welkome aanleiding om een bijzonder vrije toets te combineren met een ongekende kleurenpracht en een enigszins ongewoon perpectiefzicht. De bloemstruiken doen verschillende plans ontstaan. Op de voorgrond links vormen ze een inleiding en in het verdere perspectief worden ze als een scherm opgevoerd dat het woonhuis gedeeltelijk en het atelier links bijna volledig aan het oog onttrekt. Typerend voor Claus’ luminisme is verder het lichtspel. Het zonlicht komt van rechts en hier vormt een boom het repoussoir. Het loof van de bomenpartij rechts van het huis doet een brede schaduwpartij ontstaan. Het zadeldak van het portaal geeft een rechte schaduwlijn in de gevel en doet een denkbeeldige driehoek ontstaan die, naast de schaduwlijn, verder gevormd wordt door de dakgoot en denkbeeldig afgesloten wordt door de in tere paarsen geschilderde wilde bloemenstruik voor het atelier. Die bloemenstruik geeft een klein doorzicht op de muur van het atelier waarin een van de pauwen van de schilder is te zien. Uit het voorgaande blijkt dat Claus bijzonder veel aandacht besteedde aan de compositie. Het maakt van het schilderij één van de meest geslaagde zichten van zijn Tuin van Eden.

opschrift spieraam: 'Maison printemps'
opschrift op doek: meij - A.J. E.C.
Tentoonstellingsetiket
Dit vind je misschien ook leuk

Villa Zonneschyn in de lente