Frits Van den Berghe

(1883-1939)

Wezens / Zwevende figuren

1932
Olieverf op doek
116 x 89 cm (45 ⁵/₈" x 35")
Met kader: 143 x 116 cm (56 ¹/₄" x 45 ⁵/₈")
Getekend en gedateerd rechtsonder: FVBerghe / 32

Getekend en gedateerd rechtsonder: FVBerghe / 32

CONTACTEER ONS
Literatuur
- Baronian, J.-B., Dictionnaire amoureux de la Belgique (Parijs: Editions Plon, 2015).
- Boyens, P., Sint-Martens-Latem. Kunstenaarsdorp in Vlaanderen (Tielt: Lannoo, 1992), p. 528 (ill.).
- Boyens, P., Frits Van den Berghe: Oeuvrecatalogus (Gent: SD&Z, 1999), p. 318-319, 461, no. 762 (ill.).
- Boyens, P. & G. Marquenie, Retrospectieve Frits Van den Berghe, tent.cat. (Oostende: PMMK, 1999), p. 168-169, no. 139 (ill.).
TENTOONSTELLINGEN
- 1999, Oostende, PMMK, Retrospectieve Frits Van den Berghe, 16.10.1999-13.02.2000, cat.no. 139.
Herkomst
Verzameling de heer Van Regenmortel, Meudon. Hij kocht het schilderij in 1932 rechtstreeks aan bij de kunstenaar.
Description
Rond 1930 kreeg de conflictrelatie tussen man en vrouw een centrale plaats in het oeuvre van Frits Van den Berghe. In tegenstelling tot zijn vriend Gust. De Smet, die steeds een harmonisch echtelijk samenleven in beeld bracht, focuste Van den Berghe op de vaak onuitgesproken strijd tussen de geslachten. Van den Berghe accentueerde niet hun onderlinge verstandhouding maar juist hun verschillende driften. Ook in een schilderij als Wezens (ook bekend onder de titel Zwevende figuren) vinden we deze dualiteit terug. Centraal in het beeldvlak zijn twee naakte figuren voorgesteld, een man en een vrouw, die boven de stad uitzweven. De man heeft zijn knieën opgetrokken en lijkt daardoor zelfs in zijn zwevende houding te knielen. Met gesloten ogen wijst hij de vrouw iets aan dat zich buiten het beeldvlak bevindt. Zo tenger als hij is, zo fors is de bijna Permekiaanse vrouw. Haar ogen volgen het gebaar van de man; het profiel van haar hoofd contrasteert met de frontale weergave van de rest van haar forse lichaam. Links en rechts worden de man en de vrouw door twee monumentale figuren omgeven. Links in het beeldvlak, en iets lager dan de drie andere figuren, is een forse man voorgesteld, gehuld in wat op een witte monnikspij lijkt. Ook hij volgt het gebaar van de man en lijkt onder de indruk te zijn van de onbekende gebeurtenis die zich buiten het beeldvlak afspeelt. Zijn nieuwsgierigheid wordt niet gedeeld door de vreemdsoortige figuur uiterst rechts. Hij deelt de aandacht van de drie andere figuren niet; zijn blik is eerder tot de kijker gericht. In het schilderij zijn verschillende spanningen aanwezig. Zo wordt het leiderschap van de man gesuggereerd die de weg wijst, met naast hem de aandachtige monnik. Of de vrouw de man zal volgen is echter niet duidelijk. Verder wordt de indruk van een religieuze gebeurtenis gewekt, mogelijk een verrijzenis. De stigma’s van Christus heeft de naakte man dan wel niet, zijn zelfzekerheid en overtuigingskracht geven hem het aura van een spirituele leider. Of heeft Van den Berghe niet juist een echtpaar voorgesteld, dat ondanks zijn huwelijksband geen eenheid vormt en juist door verschillende instincten gedreven wordt?
Dit vind je misschien ook leuk

Wezens / Zwevende figuren