George Minne
(1866 - 1941)
Baadster
1928
Brons
Hoogte: 35,5 cm
Signatuur onderaan: George Minne 1928
Brons
Hoogte: 35,5 cm
Signatuur onderaan: George Minne 1928
In deze verfijnde sculptuur toont George Minne zijn beheersing van vorm en beweging. De gestileerde vrouwelijke figuur strekt zich uit in een sierlijke houding, met de armen boven het hoofd geheven. Haar pose is elegant en introvert, met een zekere tederheid, een intiem moment van lichamelijke beleving of verstilling.
Baadster IV bezit een sensuele maar beheerste uitstraling. De slanke vormen en vloeiende lijnen suggereren zowel kwetsbaarheid als evenwicht, onderworpen aan de natuurlijke wetten van zwaartekracht en anatomie. Het is een mooi gemodelleerd werk, met een tastbare liefde voor de schoonheid van het menselijk lichaam.
Toch neemt dit beeld een bijzondere plaats in binnen het oeuvre van Minne. Waar zijn bekendste werken – zoals de Knekelende Jongelingen – doordrongen zijn van spirituele lading en symboliek, blijft de Baadster eerder wereldlijk en verfijnd. Ze toont de virtuositeit van de kunstenaar, maar mist de introspectieve kracht en geladenheid van zijn vroegere werk. In die zin is het een beeld dat eerder behaagt dan beroert.
Als laat werk getuigt het van een subtiele verschuiving binnen Minne’s artistieke praktijk: weg van het religieus-symbolische, naar een meer zintuiglijke en decoratieve benadering. Het vrouwelijk naakt, weinig door hem uitgewerkt, krijgt hier een ingetogen vorm, dat haast een sierobject wordt. Maar achter die ogenschijnlijke eenvoud schuilt nog steeds de hand van een kunstenaar die elke lijn, elk gebaar betekenis geeft.
Baadster IV bezit een sensuele maar beheerste uitstraling. De slanke vormen en vloeiende lijnen suggereren zowel kwetsbaarheid als evenwicht, onderworpen aan de natuurlijke wetten van zwaartekracht en anatomie. Het is een mooi gemodelleerd werk, met een tastbare liefde voor de schoonheid van het menselijk lichaam.
Toch neemt dit beeld een bijzondere plaats in binnen het oeuvre van Minne. Waar zijn bekendste werken – zoals de Knekelende Jongelingen – doordrongen zijn van spirituele lading en symboliek, blijft de Baadster eerder wereldlijk en verfijnd. Ze toont de virtuositeit van de kunstenaar, maar mist de introspectieve kracht en geladenheid van zijn vroegere werk. In die zin is het een beeld dat eerder behaagt dan beroert.
Als laat werk getuigt het van een subtiele verschuiving binnen Minne’s artistieke praktijk: weg van het religieus-symbolische, naar een meer zintuiglijke en decoratieve benadering. Het vrouwelijk naakt, weinig door hem uitgewerkt, krijgt hier een ingetogen vorm, dat haast een sierobject wordt. Maar achter die ogenschijnlijke eenvoud schuilt nog steeds de hand van een kunstenaar die elke lijn, elk gebaar betekenis geeft.
Het Kunstmuseum Den Haag bezit hetzelfde onderwerp in brons, inv. 0330243.
Hoozee, R., M. Tahon-Vanroose & A. Alhadelf, George Minne en de kunst rond 1900, tent.cat. (Gent: MSK, 1982), pp. 248-249, no. 211 (ill. van ander exemplaar).
Van Puyvelde, L., George Minne (Bruxelles: Cahier de Belgique, 1930), no. 97, pl. 119 (ill. van een ander exemplaar).
Van Puyvelde, L., George Minne (Bruxelles: Cahier de Belgique, 1930), no. 97, pl. 119 (ill. van een ander exemplaar).
Dit vindt u misschien ook leuk
George Minne
(1866 - 1941)