De galerie is open elke zaterdag en zondag, 14-18 uur en op afspraak

De galerie is open elke zaterdag en zondag, 14-18 uur en op afspraak

George Minne

(1866 - 1941)

Man met de waterzak

1897
Brons
63,5 x 43 x 28 cm
Getekend op de sokkel: GMinne
Gieterijstempel: J. PETERMANN BRUXELLES
Baron G. Minne, Gent
Philip Serck, Gent
Er komen verschillende aspecten van Minne’s sculpturaal kunstenaarschap rond 1900 aan bod in De man met de waterzak. Om een ​​perfecte figuratie te maken, kiest de beeldhouwer voor jonge mannelijke naakten. Ze tonen nauwelijks enig teken van fysieke kracht, maar de pose benadrukt een bepaalde sterkte en provoceert spiritualiteit. Deze jonge mannen zijn naar binnen gericht en geïsoleerd van de rest van de wereld. Hij creëert een slanke sterke jonge man, die in een bijna onmogelijke pose wordt geplaatst om zijn lichaam in balans te houden. Zijn slanke spieren zijn gespannen, tijdens het opheffen van de lederen waterzak net voor het uitgieten ervan. Minne is niet geïnteresseerd in het tonen van fysieke kracht als zodanig, maar hij wil een mentaal ontroerende scène en innerlijke kracht tonen. In het oorspronkelijke ontwerp van de doopvont moet het water gezien worden als de bron van het leven. Beïnvloed door symboliek, koppelt Minne het waterthema aan spiegelen of reflectie, naar jezelf kijken, wat leidt tot introspectie. De meerdere betekenissen van het werk zijn typisch voor Minne’s oeuvre. Hij tracht religieuze en wereldlijke aspecten te combineren. De man met de waterzak kan worden gezien als profaan beeld van Johannes de Doper, maar met een andere en meer universele betekenis. Deze brons is gegoten bij Petermann te Brussel en voorzien van hun gieterijstempel.
Een exemplaar van hetzelfde onderwerp bevindt zich in de collectie van het Kröller-Müller Museum te Otterlo (Nederland).
1959, München, Haus der Kunst, 100 Jahre Belgische Kunst 1860-1960, 14.11-20.12.1959, cat. no. 90.

Een vergelijkbaar exemplaar in brons bevindt zich in de collectie van:
- Kröller-Müllermuseum, Otterlo, inv.no. KM120.672.
- Musée d'Orsay, Parijs, inv. no. RF 3257, JdeP 73, LUX 282.
- Fierens-Gevaere, H., “George Minne,” in: G. Soulier, Art & Décoration, Emile Lévy Ed., Paris, 1901, p. 109-110.
- “George Minne,” in: Ver Sacrum: Mitteilungen der Vereinigung Bildender Künstler Österreichs, no. 4 (1901), p. 28- 29.
- Van de Woestijne, K., “George Minne,” in: Elsevier’s geïllustreerd maandtijdschrift, nr. 20 (1908), p. 233.
- Freyer, K., George Minne. Zu den Neuerwerbungen des städtoschen Museums (Sonderdruck, 1913), p. 71.
- Van Puyvelde, L., George Minne (Bruxelles: Cahier de Belgique, 1930), no. 23, planche 21.
- De Jonge, C.H., Boon, K.G., Hefting, J.V.C. e.a., Vlaamse kunstenaars van de Leie 1890-1940, tent.cat. (Utrecht: Centraal Museum, 1947), p. 43, cat.no. 88.
- De Ridder, A., George Minne (Antwerpen: De Sikkel, 1947, no. 10.
- Vanbeselaere, W., Moderne Vlaamse Schilderkunst (Brussel: Arcade, s.d.), 96.
- Chabot, G., "Herinneringen aan Baron George Minne," in: Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen 1958 (Gent: Kommissie voor Kulturele Aangelegenheden, 1961), 111-138 (ill.).
- Chabot, G., "De schilderskolonie te Sint-Martens-Latem," in: Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen 1954 (Gent: Kommissie voor Kulturele Aangelegenheden, 1959), 61-89 (ill.).
- Hoozee, R. (red.), Veertig kunstenaars rond Karel van de Woestijne (Gent: MSK/ Provinciebestuur/ Stadsbestuur, 1970), p. 46-47, nr. 67.
- Creuz, S., P. D'Arschot, A. Dasnoy e.a., L'Art en Belgique. Hommage à Luc et Paul Haesaerts (Bruxelles: Palais des Beaux-Arts, 1978), p. 87, nr. 42.
- Hoozee, R. & M. Tahon-Vanroose, George Minne en de kunst rond 1900, cat. (Gent: Gemeentekrediet, 1982), p. 35-40, 132-133, nos. 59-60.
- D'Haese, J., Moderne Vlaamse Kunst van Ensor tot Landuyt, tent.cat. (Knokke: Casino, 1985), p. 24, no. 30 (ill. van een ander exemplaar).
- Pingeot, A., A. Lenormand-Romain, L. de Margerie, Musée d'Orsay. Catalogue sommaire illustré des sculptures (Parijs: Réunion des musées nationaux, 1986).
- Wilhelm Lehmbruck-George Minne-Joseph Beuys, cat. (Gent: ASLK/ Stad Gent, 1991), p. 142.
- Valerius De Saedeleer en George Minne (Sint-Martens-Latem: Latemse Kunstkring, 1992), p. 64, no. 22.
- Van Doorne, V., C. Baumann M.A., Sint-Martens-Latem - Worpswerde 1880-1914 twee kunstenaarskolonies (Deinze/ Worpswede: MDL/ Grosse Kunstschau, 1996), p. 76, nr. 10.
- Engelen-Marx, Beeldhouwkunst in België vanaf 1830, deel I A-D (Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2002), p. 2600.
- Hoozee, R., M. Tahon-Vanroose & C. Verleysen, De wereld van George Minne & Maurice Maeterlinck (Antwerpen: Mercatorfonds, 2011-2012), p. 169.
- Rossi-Schrimpf, I., George Minne. Das Frühwerk (Weimar: VDG, 2012), p. 79, 163, 190, 212, 370, ill. 74, no. P17 (ill.).
- Van Lerberghe, J. e.a., 100 Jahre Belgische Kunst 1860-1960, tent. cat. (München: Haus der Kunst, 1959), p. 54, 79, cat.no. 90 (ill.).
- Zeman, B. (red.), Gewagte Visionen, tent. cat. (Neuss/Köln: Clemens Sels Museum/ Wienand, 2023), 80, cat.no. 8 (ill.).

Dit vindt u misschien ook leuk