De galerie is open elke zaterdag en zondag, 14-18 uur en op afspraak

De galerie is open elke zaterdag en zondag, 14-18 uur en op afspraak

Evarist De Buck

(1892 - 1974)

De Sirene

1918
Olieverf op doek
117 x 145 cm
Getekend en gedateerd rechtsonder: Ev. De Buck / 1918
"Ik zag de zon wegzinken in de armen van een blauwe oceaan, en ik hoorde het lied van sirenen die mij riepen." (Arthur Rimbaud)

Het schilderij De sirene van Evarist De Buck is een uitzonderlijk en monumentaal werk dat de mystiek van de zee en de vrouw combineert met een vernieuwende benadering van kleur en compositie. Dit schilderij vormt een hoogtepunt in het oeuvre van De Buck en illustreert de overgang naar een modernistische beeldtaal, waarin symbolisme, luminisme en pointillistische technieken op een unieke manier samensmelten.

In De sirene stelt De Buck een mythisch wezen voor: de sirene, die zweeft tussen twee werelden, die van het water en die van de lucht. Haar bijna transparante, blauwige huid vloeit samen met het omringende water, terwijl haar haar zich als een schaduw verspreidt over het golvende oppervlak. De sirene lijkt zich over te geven aan de stroming, haar hoofd zachtjes gebogen, haar ogen gesloten. Haar melancholische houding roept een sfeer van dromerige overpeinzing op, alsof ze gevangen zit tussen verlangen en overgave. De achtergrond, met zijn levendige roodoranje rotsformaties en diepblauwe waterpartijen, creëert een krachtig contrast dat de aandacht naar het centrale figuur trekt. De warme, aardse tinten van de rotsen en de intense koele kleuren van het water getuigen van een bewust coloristisch experiment, waarbij De Buck speelt met complementaire kleuren om spanning en harmonie op te roepen.

Het schilderij toont een duidelijke invloed van het luminisme en het late symbolisme, maar draagt tegelijkertijd kenmerken van de moderniteit die aan de horizon lonkt. De Buck past een verfijnde pointillistische techniek toe, waarbij het wateroppervlak vibrerend en levendig lijkt door een subtiele mozaïek van stippen en korte penseelstreken. Dit doet denken aan de luministische tendensen die in Vlaanderen door Emile Claus en zijn volgelingen werden ontwikkeld, maar De Buck gaat verder door zijn kleurenpalet te intensiveren en zijn lijnen te versoepelen. De compositie is uiterst doordacht: de sirene neemt een bijna sculpturale houding aan, met een sierlijke, golvende lijn die haar lichaam met het water laat versmelten. Haar figuur vormt een diagonale as die de kijker naar de diepte van het schilderij trekt, richting de horizon waar lucht en zee elkaar raken.

Het motief van de sirene is een krachtig symbool dat in de Europese kunst en literatuur vaak werd gebruikt om het gevaarlijke, verleidelijke en ongrijpbare aspect van de vrouwelijke figuur te verbeelden. Bij De Buck krijgt de sirene echter een meer introspectief en melancholisch karakter. Ze is geen verleidster die voorbijvarende zeelieden in het verderf stort, maar een wezen dat zelf verloren lijkt in haar eigen wereld. Deze interpretatie sluit aan bij de bredere symbolistische traditie waarin de vrouw vaak als een mysterieus en ongrijpbaar wezen werd voorgesteld.

Tegelijkertijd kondigt De sirene de moderniteit aan. De vibrerende kleuren, de dynamische penseelvoering en de manier waarop de figuur vervaagt in haar omgeving, tonen een verschuiving van het traditionele academische schilderen naar een meer expressieve, emotionele en experimentele aanpak. De Buck weet de overgang van het 19de-eeuwse symbolisme naar de vroege avant-garde op een subtiele maar krachtige manier te vatten.

De sirene is een meesterwerk waarin de mystiek van de zee, de poëzie van de vrouwelijke figuur en de vernieuwing van de schilderkunst samenkomen. Het werk weerspiegelt zowel de fascinatie voor het mysterieuze als de drang naar een nieuwe, expressieve vormentaal. Met dit schilderij bevestigt Evarist De Buck zich als een kunstenaar die niet alleen de traditie voortzet, maar ook de poort opent naar een modernere, intensere beleving van kleur en compositie.
- Evarist De Buck, Nieuwe Rotterdamse Courant, Rotterdam, 30.5.1925.
- P. de M., Onze kunstbeweging. Evarist De Buck in zaal Oor, De Schelde, Antwerpen, 8.4.1927, p. 2. ERN.
- Wijnants, Evarist De Buck, De Maasbode, 6.5.1927.
- P. de M., Onze kunstbeweging. Evarist De Buck, De Schelde, Antwerpen, 28.3.1928, p. 5.
- P. de M., Onze kunstbeweging Evarist De Buck in zaal Oor, De Schelde, Antwerpen, 4.12.1928, p. 5.
- Isidoor Van Beugem, Uit Vlaanderens kunsthalle (Tielt: Lannoo, 1928).
- Johan Lefevre, Evarist de Buck (Gent: Universiteitsbibliotheek Gent, 1929).
- R. Sarolea, Vlaamse Koppen – Evarist De Buck, De Stad Antwerpen, nr. 36, 22.11. 1929, p. 779.
- Paul De Keyzer, Evarist De Buck, Kunst, Gent, I, 1930, nr. 12, pp. 273-287.
- H.v.M., Evarist De Buck – In de kunstzaal J.A. Boskamp te Overveen, De Tijd, Amsterdam, 30.4.1931.
- Herluf van Merlet, Evarist De Buck. Naar aanleiding van zijn tentoonstelling in de kunstzaal J.A. Boskamp te Overveen (Amsterdam: Jong Dietsland, 1931), 8.5.31, p. 283.
- Jan D. Voskuil, Evarist De Buck, Katholieke Illustratie, Amsterdam, 1.4.1931.
- Jef Crick, Evarist De Buck, Geen rijker kroon dan eigen schoon, St-Amandsberg-Gent, jg. I (1932-1933), nr. 13 (5.12.1932), pp.72-74; nr. 14 (12.12.1932), p. 75.
- Rob, Kunstschilder Evarist De Buck in de Stadshalle te Roeselaere, De Standaard, Brussel, 20.3.1932, nr. 5.
- Jef Crick, Leven en werken onzer beeldende kunstenaars, Gent, 1935, pp. 72-73.
- Jef Crick, Evarist De Buck 70 – Naam met klank in de Vlaamse picturale wereld, Het Volk. Gent, 25.2.1963.
- Retrospectieve Evarist De Buck, De Gentenaar, Gent, 26.3.1966.
- Retrospectieve Evarist De Buck te St-Amandsberg, Vooruit, Gent, 10.4.1967.
- A. Vanhove, Sint-Martens-Latem huldigt 80-jarige Evarist De Buck, Het Laatste Nieuws, Brussel, 28.4.1972.
- Raf van de Abeele (1974): Evarist De Buck, Latemse Figuren, 1974, o.c., p.275.
- Paul Haesaerts, Sint-Martens-Latem gezegend oord van de Vlaamse kunst (Brussel: Arcade, 1976).
- Albert-Fernand Haelemeersch, Latemse kunstenaars : de Vijfde Generatie / Artistes de Latem : la Cinquième Génération (Deinze: De Muyter, 1998).
- Karel Cassiman, Evarist De Buck: herontdekt, tent.cat. (Gent: Hof van Gruuthuuse/ VDK, 2001).
- Johan de Smet, Sint-Martens-Latem en de kunst aan de Leie 1870-1970 (Tielt: Lannoo, 2000), 296-305.
- Paul de Pessemier 's Gravendries, De kunstenaarsconnectie rond het Slot van Laarne tijdens het interbellum / Le cercle d’artistes autour du château de Laarne durant l’entre-deux-guerres, Historische Woonsteden / Maisons d'Hier et d'Aujourd'hui, 2016, nr. 191, pp. 27–33.

Dit vindt u misschien ook leuk